Voorwaardelijk gedoogbeleid met betrekking tot onderwaterjachtmiddelen

De Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, mr. Andin Bikker maakt bekend dat er voorwaardelijke gedoogbeleid van kracht is met betrekking tot onderwatermiddelen. Dat betekent dat mensen een vergunning kunnen aanvragen om te mogen vissen met harpoengeweren. Daarbij moeten ze zich wel aan een aantal voorwaarden houden.

Vooruitlopend op de invoering van een vergunningsstelsel, is het vissen met onderwaterjachtmiddelen toegestaan aan ingezetenen van 18 jaar of ouder. Het hoofd van de Dienst Landbouw, Veeteelt en Visserij (DLVV) controleert of een verzoeker voor een gedoogbeschikking voldoende kennis en inzicht heeft voor een zorgvuldig en verantwoord gebruik van een onderwaterjachtmiddel. Daartoe kan worden geëist dat de persoon in kwestie een cursus volgt.

Aan elke gedoogbeschikking zijn voorschriften verbonden. Het gebruik van onderwaterjachtmiddelen op basis van een gedoogbeschikking is alleen toegestaan voor het bemachtigen van zeedieren die nationaal en internationaal niet vallen onder een met uitsterven bedreigde diersoort. Ook mag niet buiten de in de gedoogbeschikking aangegeven zones worden gevist. Vissen met onderwaterjachtmiddelen is verboden tussen zonsondergang en zonsopkomst. De houders van een gedoogbeschikking zijn verplicht op verzoek van het hoofd van de DLVV gegevens te verstrekken met betrekking tot de omvang en samenstelling van hun vangst. Wie zich niet aan de regels houdt raakt zijn vergunning kwijt.