Met de executieagenda gaan we Aruba reconstrueren

Begin februari 2021 hebben Aruba en Nederland de uitvoeringsagenda ondertekend als nieuwe stap in de samenwerking tussen Nederland en Aruba.

Volgens premier Evelyn Wever-Croes is deze executieagenda een gigantische stap op weg naar een sneller economisch herstel van Aruba. In dezelfde week was er een parlementaire vergadering om alle informatie over het Landspakket en de Uitvoeringsagenda te geven. Elke minister kreeg de gelegenheid om hun respectieve afspraken in het Landspakket toe te lichten.

De uitvoeringsagenda is het resultaat van een intensief traject waarin de twee landen het akkoord bereikten zodat Aruba de financiële ondersteuning kon ontvangen zoals aangegeven in het op 13 november 2020 ondertekende Landspakket.

Na deze periode hebben Nederland en Aruba een zogenaamde tijdelijke werkorganisatie (TWO) aangesteld om als procesbewaker te fungeren en ervoor te zorgen dat het voorwerk correct wordt uitgevoerd. Aruba heeft een “trekker” aangesteld, een lokale expert in de publieke sector met relevante expertise gerelateerd aan het onderwerp “Landspakket”. TWO-AUA, lokale experts en de ministers vormden het ecosysteem voor het creëren van het Landspakket voor Aruba.

Het is de bedoeling om per kwartaal een uitvoeringsagenda op te stellen die samenhangend en chronologisch aansluit op de voorgaande uitvoeringsagenda en een integrale aanpak te hebben. De eerste uitvoeringsagenda is het resultaat van meerdere intensieve sessies in de eerste maand van 2021, met experts en professionals uit een diversiteit aan sectoren.

Uiteraard heeft Aruba naast de executieagenda al veel afspraken nagekomen voordat de aangegeven deadlines zijn bereikt. De executieagenda is een dynamisch document waarvan de huidige versie officieel is geworden tijdens een vergadering met staatssecretaris Raymond Knops op 1 februari 2021.

Het was een wederzijds proces waarbij de teams uit beide landen uitvoerig met elkaar overlegden.

De uitvoeringsagenda vergt ​​de maximale inzet van alle betrokkenen door het ontbreken van voldoende personeel of middelen, die Nederland wel heeft.