Na bijna vier jaar onderzoek heeft de regering besloten vier leden van de brandweer te ontslaan. De voornaamste reden was het niet nakomen van hun taken als ambtenaren. Natuurlijk accepteerden ze dit niet en stapten ze naar de rechtbank om te vragen weer in hun functie te worden hersteld. Behalve één zijn de andere drie hun hele leven brandweermannen geweest.
De betrokken personen zijn Ferdinand Ponson, Orlando Arends, Edward de Cuba en Gino Tromp. De zaak betreft de bezwaren die afgelopen maart tegen hun ontslag zijn ingediend. Op dat moment besloot de verantwoordelijke minister van de brandweer hen uit hun functie te ontheffen op basis van niet-nakoming van hun taken als ambtenaren, gedrag dat hen ongeschikt maakte voor hun rol en een mentaliteit die niet paste bij een goede ambtenaar. Onder de groep is een commandant, waarvan de minister concludeerde dat hij niet de benodigde leiderschapskwaliteiten had voor de brandweer.
De advocaten van de regering presenteerden verschillende incidenten, waaronder misbruik van overuren, betrokkenheid bij strafzaken, het kopen van brandweermaterialen tegen lage prijzen en deze tegen hogere prijzen verkopen, en het uitvoeren van ongeautoriseerde nevenactiviteiten. Eén had een functie in een stichting zonder zijn superieur te informeren, een ander runde een bedrijf vanuit zijn huis, enzovoort.
Een belangrijk punt was de “lange lijst van overuren gelijk aan twee en een half jaar werk.” Op de vraag hierover legde een brandweerman uit dat ze werkten op 40% capaciteit en dat alles handmatig werd gedaan vanwege het gebrek aan een geautomatiseerd systeem.
Hun advocaat, David Kock, verwierp al deze beschuldigingen in de rechtbank en verzocht om getuigen te horen. Hij verklaarde dat hij zijn cliënten kon verdedigen tegen alle claims van de regering, maar getuigenverklaringen nodig had om hun verdediging op feiten te baseren.
David Kock legde uit dat de vier personen bijna vier jaar geleden brieven ontvingen waarin stond dat ze de brandweervoorzieningen niet mochten betreden, wat enkele weken duurde. Aan het einde van die periode werden alle vier geschorst in afwachting van lopende onderzoeken. Deze periode strekte zich uit over meer dan drie jaar. Drie jaar later werd de beslissing genomen om hen te ontslaan, een ongebruikelijke regeringsbeslissing vanwege het langdurige proces. Zelfs de rechter vond dit vreemd.
Het intrigerende aspect van deze zaak is dat de rechter verklaarde dat de vier zaken waren samengevoegd, maar afzonderlijk werden behandeld. Het lijkt erop dat de regering een lijst van redenen voor de ontslagen heeft gegeven, maar niet specificeerde welke argumenten op welke brandweermannen van toepassing waren. “De manier waarop dit is afgehandeld is voor ons volledig onjuist,” betoogde advocaat Kock.
Er waren discussies in vergaderingen bijgewoond door meer dan één persoon of in de aanwezigheid van anderen. De rechter verklaarde uiteindelijk dat hij alle gepresenteerde argumenten voor de ontslagen zou analyseren om te bepalen welke geldig waren of niet, en of de geldige argumenten voldoende gewicht hadden om de ontslagen te rechtvaardigen. Rekening houdend met hun lange dienstjaren en hun huidige moeilijke situatie zonder werk, benadrukte de rechter de noodzaak van een snelle beslissing. Gedurende de drie jaar had de regering geen actie ondernomen.
Een zorg die werd geuit, is dat in ambtenarenzaken het Openbaar Ministerie de regering toegang lijkt te hebben gegeven tot het dossier van een individu. “Wij zeiden dat dit niet mogelijk is. De informatie in het dossier is opgenomen in het besluit van de regering. Alleen het Openbaar Ministerie, advocaten en rechters kunnen toegang krijgen tot een dossier. Dat het Openbaar Ministerie de regering toegang geeft tot het dossier is ongelooflijk, en we willen een beslissing van de rechter hierover.”
Een andere kritiek kwam afgelopen donderdag naar voren toen een reeks documenten werd ingediend, met de instructie van de rechter om alles te nummeren.
Aan het einde van de behandeling vroeg de rechter om een datum van de griffier voor de beslissing en kreeg deze in september. “We kunnen deze mensen niet te langer in onzekerheid laten. Ze hebben praktisch geen inkomen en kunnen niet te lang wachten,” zei de rechter, waarbij hij 1 juli vaststelde als de datum om de volgende stappen aan te kondigen. Volgens de magistraat zal op die dag worden meegedeeld of hij akkoord gaat met het horen van de verzochte getuigen of de zaak zal afsluiten.
Het verzoek van de advocaat is om alle vier weer in hun functie te herstellen. “Dat is het enige dat ze weten te doen, brandweerman zijn.”
In een interview verklaarde de advocaat dat zijn cliënten vele jaren dienst hebben. Onder de groep is een commandant die naar het buitenland is gestuurd voor training en de functie bekleedde tot de ontslagbeslissing. “Iemand als dat vindt het moeilijk om iets anders te doen na 26 jaar dienst. Ze hebben niet slechts een paar dienstjaren. Dit zijn geen individuen met eerdere problemen. We weten niet wat hierachter zit.”
De vier personen maakten deel uit van een van de drie managementteams die de brandweer in de afgelopen jaren heeft gekend.
Volgens de rechtbank wordt er nu een commandant gezocht in Nederland. Het is begrepen dat meer dan één persoon de afdeling in de afgelopen jaren heeft verlaten.
