Rechter oordeelt avondklok legaal

De rechter is van oordeel dat de herinvoering van de avondklok voldoende wettelijke basis heeft. Het Openbaar Ministerie (OM) had vorige maand aan de rechter de vraag voorgelegd of het opnieuw instellen van de avondklok in augustus noodzakelijk en proportioneel was. 

Een avondklok is een vrijheid beperkende maatregel die inbreuk maakt op de rechten verankerd in de Staatsregeling van Aruba en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Een belangrijke voorwaarde bij het instellen van beperkingen op grondrechten, is dat deze noodzakelijk en proportioneel zijn. Het EVRM vereist specifiek dat beperkingen altijd de wezenlijke inhoud van grondrechten dienen te eerbiedigen. 

De avondklok werd door middel van een ministeriële regeling op Aruba voor de tweede keer op 28 augustus ingevoerd. De eerste avondklok werd in maart, samen met verschillende andere maatregelen ingesteld en duurde tot eind mei. In die periode golden vele andere maatregelen: de grenzen waren gesloten, alle horeca was dicht, ‘shelter in place’ was ingesteld, de scholen waren dicht en alle niet-essentiële bedrijven waren gesloten. Het OM vond ten aanzien van de eerste avondklok, dat het juist het samenspel van alle maatregelen was, dat het instellen van de avondklok legitiem maakte. De rechter was het daar mee eens en de eerste avondklok is door de rechter dan ook rechtmatig geacht. Bij de invoering van de huidige avondklok in augustus zijn echter geen van deze maatregelen genomen. 

Het OM kwam tot het oordeel dat de huidige avondklok niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het OM had de rechter daarom verzocht om de twee verdachten die voor de rechter waren gedaagd vanwege overtreding van de huidige avondklok, te ontslaan van alle rechtsvervolging. Daar gaat de rechter dus niet in mee.

Op grond van de Staatsregeling van Aruba is het mede de taak van het OM, als onderdeel van de rechterlijke macht, om al dan niet gerezen twijfels met betrekking tot wet- en regelgeving aan de orde te stellen en daarover het oordeel te vragen van de rechter.