In de nasleep van de tweede COVID-19-pandemiegolf voelden de consumenten zich iets pessimistischer. Dat blijkt uit de index van het consumentenvertrouwen in het derde kwartaal van 2020. Die daalde geleidelijk met 0,2 indexpunt tot 91,8. Dat blijkt uit onderzoek van de Centrale Bank van Aruba (CBA).
Tegen het einde van het derde kwartaal waren de verslechterende economische omstandigheden (87 procent) en de financiële positie van de overheid (84 procent) de belangrijkste zorgen van de consument, gevolgd door hun werkgelegenheid (72 procent). Meer dan tweederde van de consumenten (71 procent) gaf aan zich nog steeds zorgen te maken over hun persoonlijke gezondheid, terwijl 68 procent van de consumenten aangaf geen moeite te hebben om in hun basisbehoeften te voorzien. De meeste consumenten waren van mening dat de financiële situatie van hun huishouden (60 procent) verslechterd was, met een stijging van 5 procentpunten ten opzichte van het voorgaande kwartaal (55 procent).
In het derde kwartaal van 2020 bleef de huidige situatie-index ongewijzigd op 90,6, terwijl de toekomstverwachtingsindex 92,8 noteerde, tegen 93,3 in het voorgaande kwartaal. In vergelijking met het tweede kwartaal waren de consumenten iets pessimistischer over de toekomst. Daarom verwachtte bijna 41 procent van de consumenten de impact van de COVID-19-pandemie en 35 procent van de respondenten verwachtte dat het langer dan 2 jaar zou duren.
In het derde kwartaal gaf 79 procent van de consumenten aan dat het geen goed moment was om een auto te kopen. Ongeveer 75 procent van de consumenten gaf aan dat het niet passend was om een lening af te sluiten, terwijl bijna 70 procent aangaf op niet op vakantie te gaan of een hypotheek af te sluiten. Als gevolg hiervan bleef de index van koopgewoonten van consumenten in het derde kwartaal constant op 92.
