Ondernemer beticht bank van fraude

Ondernemer Jeffrey Fradl, voormalig eigenaar van een populaire zaak waar wraps werden verkocht, heeft het LAR-Hof (Landverordening Administratieve Rechtspraak) verzocht de Centrale Bank van Aruba op te dragen onderzoek te doen naar malversaties door RBC Royal Bank.

Fradl liet weten dat zijn ellende begon in 2010 toen de bank zonder zijn medeweten en zeker zonder grond, spullen van hem heeft verkocht, maar het geld nooit op zijn rekening verscheen. Fradl had een rekening courant bij de bank en kwam ‘rood’ te staan. Daarop heeft, althans volgens Fradl, de RBC zonder voorafgaande mededeling de rekening courant van het bedrijf van Fradl bevroren, waarna het bedrijf in augustus 2010 geëxecuteerd werd.

 Fradl diende in april 2018 een klacht heeft in bij de Centrale Bank van Aruba tegen de RBC Royal Bank (Aruba) N.V., waarin dhr. Fradl de Centrale Bank van Aruba heeft verzocht om een bestuursrechtelijke onderzoek te verrichten tegen de RBC Royal Bank (Aruba) N.V.. De Centrale Bank van Aruba heeft de klacht van dhr. Fradl in behandeling genomen. Dhr. Fradl heeft aan de hand hiervan de Centrale Bank verzocht om hem tijd te verlenen om een nieuwe financieel rapport te laten opstellen door een registeraccountant. De Centrale Bank van Aruba heeft de behandeling van de klacht van dhr. Fradl aangehouden totdat de registeraccountant het financeel rapport van 18 mei 2018 heeft opgesteld.

Fradl heeft een tweetal financiele rapporten van een registeraccountant overgelegd (rapport van 24 februari 2017 en van 18 mei 2018), die aangeeft dat de RBC Bank geen enkele rechtsgeldige titel heeft gehad om het bedrijf van dhr Fradl te executeren. Erger nog. Fradl heeft in deze procedure bewijs geboden dat de RBC Bank strafrechtelijke handelingen heeft gepleegd tegen hem, waardooor de RBC Bank valsheid in geschrifte heeft gepleegd tegen Fradl en voor meer dan Afl. 88.000,- aan geldmiddelen van Fradl heeft verduisterd. Het gaat daarbij om de verkoop van de auto van Fradl (om en nabij Afl. 90.000,-) en de in beslag genomen inkomsten van de huur van zijn reclamebord in het centrum van Oranjestad (precies Afl. 44.629,40) en een door de RBC Bank teruggestort geldbedrag van Afl. 44.178,-. Dit is in totaal meer dan Afl. 88.807,40 zonder de opbrengst van de verkoop van ziijn auto mee te tellen en dit geld is verdwenen, althans deze bedragen zijn niet meer teruggevonden op het statement van zijn rekening courant.

De Centrale Bank van Aruba heeft toen de klacht van dhr. Fradl toegestuurd naar de RBC Royal Bank (Aruba) N.V. om op de klacht van dhr. Fradl te reageren. De RBC Bank heeft op 5 september 2018 zich schriftelijk uitgelaten over de klacht van Fradl. De Centrale Bank van Aruba heeft in december 2018 dhr. Fradl bericht dat zijn klacht -in de zijn van de LAR- niet-ontvankelijk is. 

Daartegen heeft dhr. Fradl bezwaar ingesteld, waarna zijn bezwaarschrift -zonder dat dit naar de LAR Bezwaaradviescommissie werd gestuurd, wederom door de Centrale Bank van Aruba, niet-ontvankelijk verklaard. Fradl wil de visie van het LAR-Hof hierover horen.