Centrale Bank: Internationale reserves blijven adequaat

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Tijdens de vergadering van 14 december 2020 heeft het Monetary Policy Committee (MPC)1 van de Centrale Bank van Aruba (CBA) besloten de reserveverplichting (7,0 procent) ongewijzigd te laten, na beoordeling van de meest recente economische en monetaire data. De reserveverplichting betreft het minimumbedrag aan reserves dat commerciële banken moeten aanhouden bij de CBA en is gelijk aan 7,0 procent van hun verplichtingen met een looptijd korter dan 2 jaar. Voornoemd besluit is gebaseerd op de hiernavolgende informatie en analyse.

Internationale reserves
De internationale reserves (inclusief herwaarderingsverschillen van goud- en deviezenreserves) namen tot en met 27 november 2020 toe met Afl. 467,9 miljoen, vergeleken met eind december 2019. Deze toename was het gevolg van een daling van importen door een verminderde toeristische en binnenlandse vraag, ontvangen externe financiering door de overheid, de door de CBA genomen maatregelen in de deviezensfeer ter bescherming van de internationale reserves en herwaardering van de goudvoorraad van de CBA als gevolg van de stijging van de goudprijs op de internationale markt. De officiële reserves namen toe met Afl. 502,3 miljoen. Hierdoor bedroegen de officiële en internationale reserves, respectievelijk, Afl. 2.267,0 miljoen en Afl. 2.367,4 miljoen op 27 november 2020. Het niveau van de reserves bleef adequaat ten opzichte van de benchmark van tenminste 3 maanden dekking van de op de lopende rekening geregistreerde importbetalingen en de ARA 2 maatstaf van het IMF (Figuur 1). Eind november 2020 dekten de internationale reserves 10,0 maanden aan op de lopende rekening geregistreerde importbetalingen en waren de officiële reserves gelijk aan 106,6 procent van de ARA maatstaf.

Kredietontwikkeling
Per ultimo oktober 2020 daalde het totale kredietvolume met Afl. 10,5 miljoen, oftewel 0,3 procent in vergelijking met ultimo 2019. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de categorie “overig”, die met Afl. 56,0 miljoen (-9,8 procent) afslankte en dit was het resultaat van het vervallen van staatsobligaties aangehouden door de commerciële banken. Daartegenover, droeg de component “leningen aan particulieren” positief bij aan de totale kredietverlening (+Afl. 29,8 miljoen; +1,6 procent). De categorie “commerciële leningen” nam ook toe met Afl. 15,7 miljoen (+1,0 procent), het resultaat van een grotere vraag naar termijnleningen langer dan twee jaar.

Loader Loading…
EAD Logo Taking too long?

Reload Reload document
| Open Open in new tab

Download [167.00 B]

Inflatie
Het consumentenprijsindexcijfer was in oktober 2020 gemiddeld 2,8 procent lager dan gedurende dezelfde maand een jaar eerder (Figuur 2). Dit werd voornamelijk veroorzaakt door een lagere benzineprijs en verlaging van de energietarieven. De 12-maands gemiddelde inflatie daalde tot -0,2 procent in oktober 2020, vergeleken met de piek van 4,3 procent in juni 2019. Naar verwachting zal de 12-maands gemiddelde inflatie gedurende de rest van het jaar verder afnemen. Dit als gevolg van een daling van de energietarieven (sinds 1 januari 2020), uitgaande van een lagere en relatief stabielere olieprijs, alsook de afwezigheid van belastingverhogingen. Het 12-maands gemiddelde kerninflatiepercentage (exclusief energie en voedsel) kwam uit op 0,7 procent in oktober 2020.

Prudentiële liquiditeit
De prudentiële liquiditeit van commerciële banken (32,0 procent), die de liquide activa meet ten opzichte van de totale netto activa, bleef op een comfortabel niveau en ver boven de minimaal vereiste prudentiële liquiditeitsratio (15,0 procent).