Henley Davelaar is terecht ontslagen als directeur van Serlimar. Ook voor een vergoeding ziet de rechter geen reden.
Advocaat David Kock bracht namens de regering naar voren dat Davelaar een contract had voor de duur van vijf jaar, maar dat daarin prestatievereisten waren opgenomen. Davelaar heeft volgens hem geen verbetering bereikt van de financiële positie van het bedrijf en ook geen kans gezien de vele achterstallige betalingen te verminderen.
Davelaar werd door oud-minister Otmar Oduber aangetrokken uit Curaçao om de noodlijdende vuilnisophaler in betere banen te lijden. Omdat hij daar niet in slaagde besloot Oduber’s opvolger, Marisol Lopez-Tromp om hem de laan uit te sturen. Davelaar was het daar niet mee eens en vond de ontslaggrond onvoldoende. Daarnaast eiste hij vergoeding voor de schade die hij leed
doordat het contract voor de duur van vijf jaar werd verbroken. Davelaar verdiende 15 miljoen florin per maand.
De rechter woog zwaar mee dat Davelaar niet in staat is gebleken een beter inningsbeleid tot stand te brengen. Zelf beweerde de oud-directeur dat het niet klopt dat hij die opdracht had gekregen. Uit overlegde correspondentie met de minister blijkt echter dat die aandrong op betere inning.
De rechter oordeelde dan ook dat Davelaar terecht was ontslagen en dat hij geen recht heeft op uitbetaling van de rest van zijn contract, zoals de man eiste.
Loading…
Reload document 
Open in new tab 
