Centrale Bank van Aruba: Minder vraag naar krediet van commerciële banken in maart 2021

Tijdens de vergadering van 18 mei 2021 heeft het Monetary Policy Committee (MPC) van de Centrale Bank van Aruba (CBA) besloten de reserveverplichting (7,0 procent) ongewijzigd te laten, na beoordeling van de meest recente economische en monetaire data. De reserveverplichting betreft het minimum bedrag aan reserves dat commerciële banken moeten aanhouden bij de CBA en is gelijk aan 7,0 procent van hun verplichtingen met een looptijd korter dan 2 jaar. Voornoemd besluit is gebaseerd op de hiernavolgende informatie en analyse.

Internationale reserves

De internationale reserves (inclusief herwaarderingsverschillen van goud- en deviezenreserves) namen tot en met 30 april 2021 toe met Afl. 223,7 miljoen tot een niveau van Afl. 2.580,3 miljoen, vergeleken met eind december 2020. Deze toename was het gevolg van ontvangen liquiditeitssteun van de Nederlandse overheid door de overheid van Aruba en meerdere inkomende deviezen uit het toerisme. De officiële reserves stegen met Afl. 109,8 miljoen. Hierdoor bereikten de officiële en internationale reserves respectievelijk Afl. 2.317,7 miljoen en Afl. 2.580,3 miljoen op 30 april 2021. Het niveau van de reserves bleef adequaat ten opzichte van de benchmark van tenminste 3 maanden dekking van de op de lopende rekening geregistreerde betalingen en de ARA maatstaf van het IMF (Figuur 1). 


Kredietontwikkeling
Per ultimo maart 2021 nam het totale kredietvolume af met Afl. 28,5 miljoen/0,7 procent tot Afl. 3.935,6 miljoen  vergeleken met 2020. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de categorieën ‘leningen aan individuen’ (-Afl. 21,1 miljoen/-1,1 procent), ‘commerciële leningen’ (-Afl. 3,9 miljoen/-0,3 procent),
en ‘overige (-Afl. 3,6 miljoen/-0,7 procent). De categorie ‘leningen aan individuen’ werd beïnvloed door een lagere vraag naar consumentenkredieten. Ondertussen werd de component ‘commerciële leningen’ voor het grootste deel negatief beïnvloed door commerciële hypotheken.

Inflatie

Het consumentenprijsindexcijfer was in maart 2021 gemiddeld 1,1 procent lager dan gedurende dezelfde maand een jaar eerder (Figuur 2). Dit werd voornamelijk veroorzaakt door lagere prijzen in de categorieën ‘recreatie en cultuur’ en ‘kleding en schoeisel’. De 12-maands gemiddelde inflatie zette zijn neerwaartse trend voort en kwam uit op -2.3 procent in maart 2021. De 12-maands gemiddelde kerninflatiepercentage (exclusief energie en voedsel) kwam uit op -0,9 procent in maart 2021, tegen 0,1 procent in december 2020.

Prudentiële liquiditeit

De prudentiële liquiditeitsratio van de commerciële banken (34,8 procent), die de liquide activa meet ten opzichte van de totale netto activa, bleef op een comfortabel niveau in maart 2021 en ver boven de minimaal vereiste prudentiële liquiditeitsratio (15,0 procent).