De CBA handhaaft de reserveverplichting op 25,5 procent per 1 mei 2023

In overeenstemming met de taken van het Monetair Beleidscomité (MBC) ten aanzien van het evalueren, vaststellen en het bieden van transparantie over de monetaire beleidsacties van de Centrale Bank van Aruba (CBA), wenst de CBA het volgende onder de aandacht te brengen. Tijdens haar vergadering van 25 april 2023 besloot het MBC om de reserveverplichting per 1 mei 2023 op 25,5 procent te houden. Hierdoor dienen de commerciële banken een minimumsaldo bij de CBA aan te houden gelijk aan 25,5 procent van de kortlopende deposito’s van hun klanten. Het besluit om de reserveverplichting te handhaven op 25,5 procent was voornamelijk gebaseerd op een daling van de geschatte overliquiditeit van de commerciële bancaire sector per ultimo maart 2023, ten opzichte van december 2022. De CBA volgt de ontwikkelingen ten aanzien van de overliquiditeit nauwlettend en staat paraat om, indien nodig, de reserveverplichting te wijzigen.

Het MBC betrok de volgende informatie en analyse in haar overwegingen.

Internationale en officiële reserves

De internationale reserves, bestaande uit de officiële reserves van de CBA en deviezenreserves aangehouden door de commerciële banken, namen af met Afl. 149,4 miljoen per 31 maart 2023, vergeleken met eind december 2022 (Grafiek 1). De officiële reserves zijn met Afl. 40,1 miljoen gedaald, terwijl de door de commerciële banken aangehouden deviezenreserves met Afl. 109,3 miljoen krompen. Daardoor bedroegen per 31 maart 2023 de officiële en internationale reserves respectievelijk Afl. 2.750,8 miljoen en Afl. 3.091,9 miljoen. Het handhaven van een adequaat niveau aan deviezenreserves is van essentieel belang voor het behoud van de vaste wisselkoers tussen de Arubaanse florin en de Amerikaanse dollar. Ondanks de eerder genoemde daling zijn de internationale reserves ruim boven het vereiste minimum van drie maanden aan lopende rekening betalingen gebleven in maart 2023. Lopende rekening betalingen bestaan onder meer uit invoerbetalingen, rentebetalingen aan buitenlandse investeerders en overschrijvingen naar het buitenland zoals geldovermakingen door buitenlandse werknemers. De officiële reserves zijn eveneens binnen een adequate bandbreedte gebleven bij toepassing van de ‘Assessing Reserve Adequacy’ (ARA) maatstaf van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) (Tabel 1).

Tabel 1: Toegepaste reservemaatstaven in 2023
 janfebmar        
Geschatte dekkingsgraad lopende rekening betalingen17,16,96,7        
Geschatte IMF ARA maatstaf2107,7106,4109,6        
¹ Het aantal maanden aan lopende rekening betalingen dat gedekt wordt door de internationale reserves. ² De verhouding tussen het niveau van officiële reserves en het minimale toereikende niveau (conform IMF), in procenten.  

Inflatie

De jaar-op-jaar inflatie kwam uit op 7,1 procent in februari 2023 (januari 2023: 6,6 procent) (Grafiek 2). De verhoging in de consumentenprijsindex (CPI) in februari 2023 ten opzichte van februari 2022 werd veroorzaakt door hogere nutsprijzen, welke de component ‘huisvesting’ bleven beïnvloeden (3,1 procentpunt bijdrage). Daarnaast stegen de benzineprijzen en de aanschafprijzen van voertuigen, welke invloed hadden op de component ‘transport’ (1,6 procentpunt bijdrage), terwijl de prijzen in de component ‘voeding en non-alcoholische dranken’ ook hoger uitkwamen (1,3 procentpunt bijdrage).

De twaalfmaands gemiddelde inflatie steeg tot 6,1 procent in februari 2023, in vergelijking met 5,8 procent in januari 2023. De inflatoire druk werd veroorzaakt door de hoge olieprijzen op de internationale markten, evenals de verhogingen van de tarieven van water en elektriciteit per augustus 2022. Bovendien importeerde Aruba veel van de stijgende prijzen van zijn handelspartners, met name de Verenigde Staten en Europa.

Ondertussen bereikte de jaar-op-jaar kerninflatie (exclusief energie en voedsel) in februari 2023 3,0 procent (januari 2023: 2,5 procent). De kerninflatie, gemeten op basis van het gemiddelde over de afgelopen twaalf maanden, bedroeg 2,4 procent (januari 2023: 2,3 procent).

Overliquiditeit bij commerciële banken De totale overliquiditeit van de commerciële banken daalde van Afl. 819,7 miljoen per ultimo december 2022 tot Afl. 725,3 miljoen per ultimo februari 2023 en zette de dalende trend van 2022 voort (Grafiek 3). Bovendien toonde de voorlopige schatting  van de overliquiditeit in maart 2023 een verdere afname van Afl. 69,2 miljoen vergeleken met februari 2023. Desondanks bleef de overliquiditeit boven het geschatte niveau (+Afl. 354,3 miljoen) dat de commerciële banken mogelijk als extra liquiditeitsbuffer wensen aan te houden.