Niveau van de internationale reserves blijft voldoende

Tijdens de vergadering van 2 maart 2021 heeft het Monetary Policy Committee (MPC) van de Centrale Bank van Aruba (CBA) besloten de reserveverplichting (7,0 procent) ongewijzigd te laten, na beoordeling van de meest recente economische en monetaire data. De reserveverplichting betreft het minimum bedrag aan reserves dat commerciële banken moeten aanhouden bij de CBA en is gelijk aan 7,0 procent van hun verplichtingen met een looptijd korter dan 2 jaar. Voornoemd besluit is gebaseerd op de hiernavolgende informatie en analyse.

Internationale reserves

De internationale reserves (inclusief herwaarderingsverschillen van goud- en deviezenreserves) namen tot en met 12 februari 2021 toe met Afl. 47,7 miljoen, vergeleken met eind december 2020. Deze toename was het gevolg van ontvangen externe financiering door de overheid in de eerste maand van het jaar en toeloop van toerisme en andere externe financiering. De officiële reserves daalden met Afl. 9,1 miljoen. Hierdoor bedroegen de officiële en internationale reserves, respectievelijk, Afl. 2.198,8 miljoen en Afl. 2.404,3 miljoen op 12 februari 2021. Het niveau van de reserves bleef adequaat ten opzichte van de benchmark van tenminste 3 maanden dekking van de op de lopende rekening geregistreerde betalingen en de ARA maatstaf van het IMF (Figuur 1). 

Figuur 1 – Reserves

Kredietontwikkeling

Per ultimo januari 2021 nam het totale kredietvolume toe met Afl. 18,0 miljoen, oftewel 0,5 procent  in vergelijking met ultimo 2020. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de categorie “commerciële leningen”, die met Afl. 27,5 miljoen (+1,8 procent) toenam ten gevolge van een stijging van de rekening-courant kredieten. Daartegenover droegen de componenten “overige” (Afl. -4,7 miljoen/0,9 procent) en “leningen aan individuen” (Afl. -4,8 miljoen/-0,3 procent) negatief bij aan de totale kredietverlening. De categorie “leningen aan individuen” nam af ten gevolge van een verlaging in consumentenkrediet (-0,9 procent) en woninghypotheken (-0.1 procent). Opvallend was dat de woninghypotheken voor het eerst sinds januari 2017 krimpen.

Inflatie

Het consumentenprijsindexcijfer was in januari 2021 gemiddeld 2,7 procent lager dan gedurende dezelfde maand een jaar eerder (Figuur 2). Dit werd voornamelijk veroorzaakt door lagere prijzen in de categorieën ‘huishoudelijke bediening’ en ‘vervoer’. Het 12-maands gemiddelde kerninflatiepercentage (exclusief energie en voedsel) kwam uit op -0,4 procent in januari 2021. 

           Figuur 2 – Inflatie

Prudentiële liquiditeit

De prudentiële liquiditeit van de commerciële banken (33,5 procent), die de liquide activa meet ten opzichte van de totale netto activa, bleef op een comfortabel niveau in januari 2021. Dit niveau is ver boven de minimaal vereiste prudentiële liquiditeitsratio (15,0 procent).