Op woensdag, tijdens de discussie over de homohuwelijk wet, werd Otmar Oduber, voormalig minister en voormalig parlementslid van Aruba, gezien in het publiek. Oduber gaf aan dat hij na vijf jaar terug is in de parlementaire vergaderzaal. Dit keer niet op de begane grond, maar op de tweede verdieping, als een lid van het publiek.
Het is een zeer interessant en belangrijk onderwerp voor de Arubaanse gemeenschap. Hij kwam om de sentimenten binnen de bevolking uit de eerste hand te ervaren, maar ook om te zien hoe debatten over zo’n cruciaal onderwerp voor onze gemeenschap worden gevoerd. Wat hem opviel in de drie toespraken waar hij bij was, is dat er een ernstig gebrek aan discussie over wat menselijke rechten inhouden.
Acht jaar geleden maakte hij deel uit van de AVP-regering, en hij moet zeggen dat, jammer genoeg, dezelfde discussies nog gaande zijn. Er is veel verwarring en religie wordt erbij betrokken.
Verschillende politici kiezen zich te verschuilen achter het religieuze aspect, zonder rekening te houden met de mensenrechten in ons land. Verankerd in artikel 1 van onze grondwet is discriminatie niet toegestaan, en evenmin het ontkennen van gelijke rechten aan allen die op ons eiland wonen. Dit ontbrak tot nu toe in de dissertaties.
Ze proberen religie op te leggen aan de grondwettelijke rechten van elke burger. Als Aruba in het verleden was blijven steken, zou ons eiland ook geen vrouwelijke premier hebben. De strijd voor gelijkheid duurt al enkele decennia en we plukken nu de vruchten ervan.
Diezelfde gelijkheid zou ook moeten gelden voor de homogemeenschap op ons eiland; ook hun rechten doen ertoe.
